woensdag 12 januari 2011

Wie denkt die je bent.



De grootste fout die wij als mensen kunnen maken is te denken, dat wij degenen zijn die denken. We zijn geen verzameling gedachten, we zijn iemand anders. Iemand die zeker niet dezelfde is als de denker of de doener. We zijn in wezen het fundamentele die de denker of doener ontmoet in zijn geest. Het zijn is de ongemanifesteerde vorm van energie welke een interactie aangaat met een lichaam en zo het bewustzijn genereert. Het lichaam wordt geanimeerd door het zijn, maar wordt door de geest in de war gebracht, die het denken als iets van zichzelf beschouwt. Als wij de denkers noch de doeners zijn, wie is er dan verantwoordelijk voor onze daden? De wet van oorzaak en gevolg of worden wij geprogrammeerd door een mega bewustzijn dat alle ontvangers in zijn web energetisch onder controle heeft? Nee, wij blijven als mensen in deze aardse beleving zelf verantwoordelijk voor alles wat wij doen en ook denken. Misschien is in een ruimer kader gezien een mens zelf wel verantwoording verschuldigd voor alles wat hem of haar overkomt, ook al bestaat er in eerste instantie geen directe relatie tussen het gevolg en een eventuele oorzaak. De illusie dat wij zelf de denker zijn wordt gevoed door het feit dat wij met bepaalde gedachtes aan de slag gaan en daar een creatie van maken. Die creatie geeft ons het gevoel dat wij zelf de schepper zijn, maar we zijn slechts de uitvoerder van aangedragen ideeën. Het lijkt alsof wij zelf die ideeën verwerken en omzetten in een bewuste handeling, maar ons zelf kan alleen handelingen of daden tegenhouden en soms initiëren, maar heeft slechts een bescheiden rol in de regie. De rol van lokale regisseur is voornamelijk weggelegd voor het ego. Onze mogelijkheden om ons lichaam te leiden, te besturen is eigenlijk maar heel beperkt, maar toch wordt steeds de suggestie gewekt dat wij dat zelf in de hand zouden hebben. Misschien berust een vrije wil alleen op een soort van veto dat het zijn kan uitspreken. Misschien is het ego wel een zelf denkend systeem van aaneengeschakelde hersencellen, die gedachtes opvangt en het denken richt op die zaken die het voortbestaan van het ego vergemakkelijken. Het ego gericht op het overleven en voortplanten van de soort en het onthouden van handigheidjes die het leven op aarde plezieriger en lichter en leefbaarder maken.

Misschien zitten er in gevangenissen alleen maar onschuldige zielen van wie het veto van het zijn niet werd gehoord.Onschuldig niet, want een ieder blijft zelf de verantwoording dragen voor zijn daden. Omtrent het straffen lopen we in een nieuwe valkuil en wijken de verschillende opvattingen nogal uiteen, waarschijnlijk is het doeltreffender om de toegankelijkheid van het zijn en het gevoel van liefde te versterken en daarmee de gewetensfunctie te verbeteren. Ook bestaan er verschillende ziekteprocessen waarbij de relatie met het zijn is verstoord en ook hierbij is een goede diagnostiek van belang om een aangepaste behandeling in te zetten. Zodoende kan het wezen, het zijn, een voldoende krachtige stem laten horen, om de loop der gebeurtenissen te kunnen beïnvloeden.

Misschien is deze beschouwing alleen maar onzin, maar misschien ook niet. De waarheid omtrent deze opvatting ligt niet binnen ons dualistische denken, maar kan alleen worden bewaard als meerdere mensen zo gaan denken. Binnen de spirituele filosofie zijn meerdere waarheden omtrent deze beschouwing mogelijk. Nieuwe opvattingen over het meer dimensionale karakter van de werkelijkheid kan ons leren een waarheid in een ander perspectief te zien. Het zijn, ons wezen, berust op goddelijke liefde en de mens zal moeten leren deze kracht te gebruiken om de kwaliteit van al het leven op aarde te verbeteren.
Ik ben jij, jij bent mij en wij zijn zij met ons erbij.

J.J.v.Verre.

donderdag 6 januari 2011

De naakte aarde.



De wereld die ik vanuit mijn ruimtecapsule aanschouw herken ik van de plaatjes uit de grote Bosatlas, het magische boek dat het vak aardrijkskunde op school met haar foto’s en tekeningen begrijpbaar maakte. De aarde als een grote magnetische bol met de blauwe kleur van de zeeën en de gelige kleur van het land, deels groen gekleurd door zijn vegetaties. Eens bestond er een wereld met natuurlijke grenzen van bergen en rivieren, van kusten en ondoordringbare wouden en moerassen. Onbekende gebieden, de witte plekken op oude landkaarten en onleefbare gebieden aan de polen en in de uitgestrekte woestijnen. Nu is de aarde doorkruist van afscheidingen die de mensen hebben aangelegd om een verdeling te maken tussen dat van ons en dat van jullie en tussen dat van mij en van jou. Grenzen werden verlegd nadat oorlogen werden gewonnen of verloren. Muren tussen staten, prikkeldraad versperringen, hekken en slagbomen tussen mensen en mensen en omheiningen, tralies en roosters tussen mensen en dieren. We hebben de aarde volgebouwd met steeds hogere bouwwerken van steen, beton en staal. We hebben ons vastgebeten in een werkelijkheid van technische vooruitgang, van onderdrukking en van een oneerlijke verdeling van goederen. We hebben religies gebruikt om de mens te misleiden met spirituele fantasieën.De aarde bestaat zoals wij haar hebben gemaakt en wij bestaan zoals de aarde het heeft gewild.

De oermens kende niet het geheel van de aardse wereld maar een klein stukje van zijn directe leefomgeving en was alleen gericht op wat we tegenwoordig de primaire levensbehoeften noemen. Hij kende ook zichzelf niet, er was nog geen school en zeker geen atlas van het menselijk lichaam. Wel wist hij, hoe hij zich moest voortplanten en ook dat hij zijn kinderen moest leren te overleven. Een bezitloze wereld heeft maar kort bestaan. Al snel wilde de mens belangrijker en machtiger worden dan andere mensen en stelde zijn eigenwaarde boven die van de leefgemeenschap. Leven voor het collectief werd leven voor jezelf en het ego kreeg een centrale, leidinggevende plaats binnen de menselijke entiteit. Nadat de macht kon worden gestabiliseerd en in volgende generaties kon worden uitgebouwd, kwam de hang naar het materiële. Rijkdom, kunst en later de vlucht naar de cultuur, maar binnen de grenzen van het ego gestuurde doel: de zelfverwerkelijking tot grenzeloze hoogte. Druppels gewijs werd de mens zich bewust van zijn spirituele mogelijkheden om het leven te kunnen beleven met andere waarden en afgeleide denkbeelden. Een sociale kijk op de maatschappij bleef steken op streng politieke,haast religieuze opvattingen omtrent de weg naar dit utopische doel. Dit doel kon in het communisme elke maatregel rechtvaardigen en elk middel heiligen, die de obstakels van de ingeslagen weg deden verdwijnen. Nu zijn we gekomen op een belangrijk punt in het mens-zijn. Het besef dat we allen deel zijn van een groter geheel en dat wie we denken te zijn, willen zijn en niet willen zijn, slecht uitdrukkingsvormen, illusies, projectie blijken te zijn van het duale denken. Van het positieve of negatieve, van het goede of kwade, van het liefdevolle of het haatdragende. De mens is een in al zijn variëteiten. De holistische visie op de homo sapiens in relatie met het netwerk van verbondenheid. De waterdruppel in de kosmische oceaan. Een gedachte binnen het eeuwenoude denken.

Als we samen vanuit de ruimte naar de naakte aarde kijken, zien we een rustige kleurenschakering. Maar we weten dat het daar krioelt van de mensen, dieren en planten. We kunnen dat niet zien, maar weten dat ze er zijn. Zo is de aarde maar een klein onderdeel van het grote kosmische geheel. We kunnen deze energieën niet zien, maar we kunnen nu wel begrijpen dat alles in het macroscopische met elkaar is verbonden,zoals in het leven van het microscopische bestaan en met name in de wereld van de kwantumdeeltjes. Het kleine als onderdeel van het grotere, maar tevens het grotere als onderdeel van het kleine. De werkelijkheid is een verscheidenheid aan deels werkelijkheden, die allen worden omgeven door een grens, waarbinnen wij een echte werkelijkheid menen te herkennen. We zullen die grenzen moeten afbreken, versperringen moeten oprollen en hekken en slagbomen moeten openzetten. De werkelijkheid waaraan we ons kunnen conformeren ligt niet opgesloten achter muren maar is voor een ieder bereikbaar in verbonden liefde.
Ik ben jij, jij bent mij en wij zijn zij met ons erbij.

J.J.v.Verre.